In eerste instantie maakte Aarts vooral houtgravures. Rond 1900 begon hij ook te experimenteren met alle andere grafische technieken en concentreerde zich op voorstellingen van landarbeiders en polder- en dijkwerkers. Vanaf 1910 verlegde hij zijn belangstelling naar composities met zwervers, bedelaars en kreupelen. Of deze aandacht een sociale achtergrond had is niet met zekerheid te zeggen, vanwege het ondoorgrondelijke karakter van Aarts. In de jaren twintig en dertig maakte hij voornamelijk visionaire en apocalyptische afbeeldingen, waarin de dood een centrale rol speelt.
Nummering is volgens het doctoraalstudie van H.J.Wielick. mei 1986.
Aarts.Aarts heeft zijn opleiding gehad aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Na een aantal reizen naar Parijs in 1897-98 heeft hij tekenles gegeven aan diezelfde academie. Na de vroegtijdige dood van Pieter Dupont in 1911 werd Aarts benoemd tot diens opvolger. Ondanks grote fysieke en vooral geestelijke problemen bleef Aarts tot 1934 hoogleraar van de graveerklasse van de Rijksacademie te Amsterdam. In datzelfde jaar overleed hij.
Friday, June 08, 2007
werkende mensen
zwervers bedelaars landlopers
bijbelse voorstellingen oude testament
allegorische voorstellingen
H-54 Groteske. houtsnede 29,4 x 14,5 1922
H-35 Allegorische voorstelling. houdsnede 21.0 x 15.0
V-48 Danse macabre Litho 29,7 x 19,1 1927
V-42 Vrees. Litho 21,5 x 15,7 1927.
V-48 Danse macabre Litho 29,7 x 19,1 1927
V-42 Vrees. Litho 21,5 x 15,7 1927.
V-51 Dodendans. Litho 28,5 x 15,5 1927.
Subscribe to:
Posts (Atom)